Iedere groep bepaalt, geschreven of ongeschreven, wat normaal en wat afwijkend is. Je bent onderdeel van een groep wanneer je je houdt aan de groepsregels. Sterker nog: in veel gevallen word je automatisch onderdeel van een groep zodra je je gaat houden aan die regels. Neem een hengel en ga langs het water zitten en je bent een visser. Verdrink niet in dat water en je bent een zwemmer. Heb een Algerijns paspoort en je bent Algerijn.
Zoals we al duizenden jaren geleden hebben gezien bij Uremōndōgle, is binding een onderdeel van groepsprocessen. Dat is leven volgens conventies. Tegelijk zijn er ook mensen die niet bij de groep willen horen of wel bij de groep willen horen, maar volgens andere regels en gedragingen. Dit is wat er gebeurde toen Uremōndōgle die kano ging maken uit een boom.
Hoogstwaarschijnlijk waren er 99 groepsgenoten van Uremōndōgle die het wel prima zo vonden omdat ze niet eens wisten wat een boomkano was. Uiteindelijk zorgde Uremōndōgle dat er schepen op de wereld zijn.
Wanneer weten we of afwijkend gedrag het goede is om te doen en wanneer ben je gewoon een niet-coöperatieve baas? Hoe versta je de kunst om uit te vogelen wanneer je wel en wanneer je niet autonoom kunt en moet zijn? Wanneer is het het goede om conventioneel te zijn en wanneer is het het goede om onafhankelijk te zijn? Wanneer ben je irritant onafhankelijk en wanneer juist constructief?
Aristoteles
We moeten even terug naar zo’n 300 jaar voor Christus. In de Griekse plaats Stagira werd, net boven de Ammos Beach bar, Aristoteles geboren. Op 17-jarige leeftijd converteerde hij van een e-mailnieuwsbrief naar een betaald lidmaatschap van de Akademie van Plato en bleef 20 jaar een betalende gebruiker. Aristoteles wordt gezien als de allereerste homo universalis, iemand die zich breed ontwikkelt op allerlei vlakken, door bijvoorbeeld zowel in gymnastiek als wetenschappen bedreven te zijn[1]. Eén van de vlakken waarop Young Aristoteles zich ontwikkelde was de filosofie. Later werd hij de privéleraar van Alexander de Grote[2], maar dat werd pas later een Grote toen hij een enorm rijk bij elkaar veroverde na een veldtocht van meer dan tien jaar. Gelukkig had Aristoteles voordat Alexander op reis ging een checklist gemaakt. Niet voor duikbrillen en boekingsbevestigingen in insteekhoezen, maar voor deugden. Want, zo redeneerde Aristoteles, een deugd is een karaktertrek die ervoor zorgt dat je kiest voor het goede[3]. Deze deugden liggen in het midden van twee uitersten maar niet precies ertussenin, want ze zijn per situatie en per persoon verschillend. Zo ligt nieuwsgierigheid (juiste mate) bijvoorbeeld tussen bemoeizucht (teveel) en achteloosheid (te weinig) in. Dit is trouwens niet een voorbeeld van één van de deugden van Aristoteles. Dit zijn ze wel[4]:
| Te veel | Juiste mate | Te weinig|
|--|--|--|--|
| Onbeschaamdheid | Eerbied | Verlegenheid|
| Genotzucht | Zelfbeheersing | Ongevoeligheid voor genot|
|Hebzucht | Financiële degelijkheid | Financiële onbezonnenheid|
|Financiële spilzucht | Vrijgevigheid | Gierigheid|
|Opschepperij | Waarachtigheid over jezelf | Valse bescheidenheid|
|Vleierij | Vriendelijkheid | Vijandigheid|
|Kruiperigheid | Zelfrespect | Arrogantie|
|Teerheid | Robuustheid | Onkwetsbaarheid|
|Eigendunk | Grootmoedigheid | Kleingeestigheid|
|Extravagantie | Waardigheid | Schraalte|
|Sluwheid | Wijsheid | Goedgelovigheid
De deugdenchecklist was niet alleen voor Alexander de Grote een fijn hulpmiddel, maar is nog steeds voor veel mensen, filosoof en niet-filosoof, een aardig baken om op terug te vallen om erachter te komen wat het goede is. Volgens Aristoteles zijn deugden manieren om de menselijke rede te verenigen met natuurlijke verlangens.
Maar waarom is die menselijke rede eigenlijk belangrijk? Waarom is het niet gewoon het beste om te doen waar je zin in hebt? Omdat, volgens de auteur van The Age of Absurdity, Michael Foley, natuurlijke verlangens zich op twee manieren uiten: enerzijds als impuls, waardoor vaak het verkeerde wordt gedaan. Anderzijds als intuïtie, waardoor vaak het goede wordt gedaan. Rationaliteit leidt niet tot waarheid, maar tot betekenis. En zo heb je zowel natuurlijke verlangens, een onderbuikgevoel, en rationaliteit nodig om het goede te doen. In lekentaal: luister naar jezelf, maar denk wel na.
Als beschaving in z’n diepste kern een pact tussen volwassenen is om een betere plek voor te maken waar hun kinderen opgroeien, dan is Aristoteles’ deugdenchecklist een mooie lijst met principes op basis waarvan je beslissingen kunt nemen. Het is dan niet meer het puur egoïstische ‘kan ik hier winst mee behalen?’ of ‘is dit legaal?’ zoals Vinay Gupta treffend betoogt in zijn essay over nieuwe mensenrechten[5].
Hey, maar wacht eens even! Waarom zouden we moeten luisteren naar een meer dan tweeduizend jaar oude man? Waarom weet hij zo goed hoe we moeten leven? Er zijn in die vele eeuwen na hem toch nog veel meer filosofen geweest die hebben onderzocht hoe we zouden moeten leven? En wat te denken van al die quotes van Instagrammers?
Een heel goed punt. De auteurs Christopher Peterson en Martin Seligman[6] deden onderzoek naar welke deugden universeel zijn om goed te leven. Ze kwamen tot deze basisdeugden:
- wijsheid en kennis
- moed
- menselijkheid
- rechtvaardigheid
- matigheid
- transcendentie
Aristoteles zou nog steeds een ruime voldoende hebben gehaald. Zeker omdat zijn vier favoriete, kardinale, deugden min of meer in dit lijstje staan: moed, gematigdheid, verstandigheid, en rechtvaardigheid zijn[7]. In het boek Age of Absurdity komt Michael Foley tot deze lijst:
- persoonlijke verantwoordelijkheid
- autonomie
- onthechting
- begrip
- opmerkzaamheid
- transcendentie
- aanvaarding van moeilijkheden
- onophoudelijk streven (je best doen)
- constant bewustzijn van sterfelijkheid
Het komt er in alle gevallen op neer dat het handig is om een lijstje te hebben dat antwoord geeft op de vraag wanneer iets goed is en wat het dan is.
Er zijn trouwens ook een meer pragmatische manier om erachter te komen of iemand deugdzaam handelt. En voorbeeld is de winkelwagentheorie[8]. Het terugbrengen van een lege winkelwagen (nadat je bijvoorbeeld je boodschappen in je auto hebt geladen) is niet verplicht en niemand zal je beboeten of anderszins bestraffen wanneer je dat doet. Bovendien is er geen winst te behalen wanneer je het wel doet. De twee hedendaagse populaire egoïstische vragen, kan ik hier winst mee behalen? en is dit legaal? kunnen eenvoudig worden beantwoord met als resultaat dat de winkelwagen niet netjes wordt geretourneerd naar de daarvoor bestemde plek. Wanneer dit wél gebeurt, handelt iemand deugdzaam.
‘Ik heb Aristote-les’ zei Alexander dan altijd als hij naar school moest. ↩︎
Filosofie Magazine, maart 2019, pagina 54 (aangepast) ↩︎
https://medium.com/@vinay_12336/a-simple-plan-for-repairing-our-society-we-need-new-human-rights-and-this-is-how-we-get-them-cee5d6ededa9 ↩︎
https://en.wikipedia.org/wiki/Character_Strengths_and_Virtues ↩︎
https://scoop.upworthy.com/viral-shopping-cart-theory-determines-moral-character ↩︎