In de economie wordt er nagedacht over hoe mensen zich het beste het meest waardevolle in goed overleg (door handel) kunnen toe-eigenen. Of: hoe mensen handelen met schaarste als randvoorwaarde. Of: de verdeling van een beperkt aantal spulletjes. In de filosofie wordt er (onder andere) nagedacht over wat het beste is voor de mens. Wat goed is. Voor het individu en voor de groep. Beide studies hebben het over wat ‘zou moeten zijn’. Dat doen ze op basis van lessen uit het verleden en het analyseren van wat er nu is. Samen met geschiedkundigen kunnen ze iets vertellen over een ideale wereld. Een wereld die nooit bestaan heeft, nooit bestaat en nooit zal bestaan, maar die wel een streven zou kunnen zijn. En dan heeft iedere econoom, iedere filosoof en iedere geschiedkundige daar weer persoonlijke opvattingen over, afhankelijk van de sociale en culturele inbedding van het denken van die persoon.

Die studies gaan voor altijd door, want het ís nooit zoals het zou moeten zijn. Het is namelijk zoals het is. En hoe het is, in groepsverband althans, heet cultuur. In zijn boek Culturen sterven langzaam[1] gebruikt Rik Pinxten de volgende definitie van cultuur:

(H)et geheel van gebruiken, overtuigingen en tradities van een bepaalde gemeenschap. Kortom, een cultuur omvat alles wat niet tot de natuur van de mens behoort. Het is alles wat niet is aangeboren, maar door de mens wordt geleerd om te kunnen overleven. De hoogcultuur (kunsten en eventueel religie) vormt slechts een onderdeel van dit grotere geheel.

Geert en Gert Jan Hofstede, og’s van cultuuronderzoek, die overigens helemaal niet vinden dat culturen langzaam sterven, beschrijven het in Allemaal andersdenkenden[2] als volgt:

De collectieve mentale programmering die de leden van één groep of categorie mensen onderscheidt van die van andere.

Het is nu de vraag of cultuur de spiegel van de economie is of andersom, of geen van beiden. Zorgt een hogere welvaart (meer spullen) voor een hoger welzijn (minder verlangens), zoals John Stuart Mill voorspelde[3]. In theorie wel dus, zal de econoom betogen. Verlangens worden beantwoord. De praktijk blijkt anders. Cultuur en economie gaan hand in hand.

Volgens psycholoog John Vervaeke[4] begint cultuur in de hersenen van het individu. De neurowetenschappen bestudeert de werking ervan. Hersenen verwerken prikkels—data is een mooi populair woord—tot informatie. Op die manier worden er betekenissen gegeven aan natuurlijke fenomenen[5]. De psychologie bestudeert het gedrag van mensen op basis van de processen waarop betekenissen worden toegekend. De volgende stap naar cultuur betreft linguïstiek of taalkunde, de studie van hoe mensen door middel van klanken betekenissen kunnen communiceren, direct of met vertraging (door het op te schrijven of anderszins te documenteren) aan anderen. Antropologen, maar ook sociologen en cultureel geografen, bestuderen de relaties tussen mensen.

Cultuur is een mengelmoes van groepen betekenissen. Het het gemiddelde gedrag van een afgebakend stukje hoi polloi, maar dan wel juist afgebakend door cultuur weer te gebruiken om te bepalen wie nou precies wel of niet tot die hoi polloi behoren. Het mooie van cultuur is dat het niet te sturen is. Je kunt niet eisen dat een cultuur een cultuur moet zijn. Het is simpelweg wat een grote groep mensen doet. Zodra mensen anders gaan doen, dan is de cultuur anders. Dat maakt het zo interessant. Waar economie en filosofie nadenken over wat ‘zou moeten zijn’ is de cultuur gewoon ‘wat is’.

De grote paradox van het bestuderen van culturen is dat het geven betekenissen aan manieren van toekennen van betekenissen is. Als iemand binnen een bepaalde cultuur de eigen cultuur gaat bestuderen, interfereert de cultuur zichzelf. Gaat de exponent van de ene cultuur de andere cultuur bestuderen, dan zijn er per definitie interpretatieverschillen. Kortom: het is ook nooit goed. En daarom is het zo’n beetje overal een heet hangijzer maar tegelijkertijd ook zo leuk om eindeloos over te ouwehoeren. Daar komt nog eens bij dat ‘de cultuur’ niet bestaat. Dus de ene persoon behoort gedeeltelijk of geheel tot een veelvoud aan culturen en de volgende in de rij ook, maar wel tot andere culturen. Het is het verschrikkelijke lot van de sociale wetenschappen.

Hofstede en Hofstede schrijven in Allemaal andersdenkenden dat cultuur evolueert, precies zoals soorten zich evolueren: door het belang van de groep (de soort) voorop te stellen en niet het individu. Individuen die te individualistisch zijn, sterven vanzelf uit. Kant redeneert daarom dat het goede de behoeftes van de groep prioriteit geven. Het slechte is je eigen behoeftes prioriteit geven [6].  Hofstede en Hofstede schrijven: ‘Cultuur is geëvolueerd om groepscoördinatie te verbeteren en één van de voorwaarden daarvoor is het in stand houden van groepsgrenzen. De motor achter culturele evolutie is de dynamiek tussen splitsing en fusie[7]’, oftewel: autonomie en binding.

Hofstede en Hofstede plaatsen cultuur tussen natuur en persoonlijkheid, waarbij natuur universeel en aangeboren is en persoonlijkheid specifiek voor het individu en aangeboren én aangeleerd is. Cultuur is specifiek voor een groep en ook aangeleerd. Angst en woede zijn onderdeel van de menselijke natuur, een gek hoedje opdoen juist cultuur (of persoonlijkheid).

Ieder individu behoort tot meerdere groepen en dus tot meerdere culturen. In iedere cultuur heerst een collectieve neiging om een bepaalde gang van zaken te verkiezen boven een andere[8] op het gebied van waarden. Aristoteles kon wel mooi een lijstje maken met wat de juiste waarden zijn[9], maar dan is dan weer de cultuur die impliciet en expliciet bepaalt wat ‘voldoende’ goed, schoon, veilig, fatsoenlijk, normaal, logisch en rationeel is[10]. Als individu is het daarom altijd veel makkelijker om je te beperken tot maar één cultuur, waarin allerlei gebruiken en opvattingen samenkomen. Dan zit je nooit in een spagaat tussen twee culturen.

Culturen, net als soorten, evolueren, altijd, vanzelf, zonder plan, maar wel padafhankelijk. En sneller ook, door een grotere populatie en meer contact tussen verschillende delen van die populatie. De enige mogelijkheid is leren samenleven zonder te willen dat anderen net zo worden als zij. Iedere andere weg loopt dood[11].


Rik Pinxten — Culturen sterven langzaam ↩︎

Geert Hofstede et al — Allemaal andersdenkenden ↩︎

Rutger Bregman — Naar een nieuwe vrijheid (in: #onaf — over de zin van onafhankelijkheid in cultuur en media) ↩︎

https://www.youtube.com/playlist?list=PLND1JCRq8Vuh3f0P5qjrSdb5eC1ZfZwWJ  ↩︎

De processen waarmee dit gebeurt wordt tegenwoordig nagebootst met machine learning. ↩︎

Geert Hofstede et al — Allemaal andersdenkenden ↩︎

Ibidem ↩︎

Ibidem ↩︎

Zie hoofdstuk ‘Het Goede’ ↩︎

Geert Hofstede et al — Allemaal andersdenkenden ↩︎

Ibidem ↩︎